Voorlichting aan burgers en lokale overheden over de mogelijke gezondheidsrisico’s van de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen die worden gebruikt in gewasteelten, heeft prioriteit voor de Nederlandse overheid. Dat antwoordt staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op Kamervragen van GroenLinks-PvdA-Kamerleden Elke Slagt-Tichelman en Laura Bromet.

De twee Kamerleden stelden de vragen naar aanleiding van het verbod op de teelt van lelies dat de Drentse gemeente Westerveld eerder dit jaar oplegde aan een bollenteler. Deze teler wilde de lelies planten op een perceel vlak bij een basisschool, maar hij kreeg hiervoor geen toestemming.

Van Ooijen beantwoordt de vragen mede namens demissionair minister Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Hij benadrukt daarbij het belang van het zorgvuldig informeren van omwonenden over de gezondheidsrisico’s van gewasbeschermingsmiddelen. De staatssecretaris verwijst onder meer naar de teams Milieu & Gezondheid van GGD’s. Die geven volgens hem betrouwbare adviezen om de blootstelling aan schadelijke stoffen te beperken voor omwonenden van bollenpercelen.

Onderzoek naar impact

Van Ooijen wil dat de impact van gewasbeschermingsmiddelen op de volksgezondheid zorgvuldig wordt onderzocht. Hij erkent dat er zorgen zijn over de blootstelling van mensen en dan vooral kinderen en andere kwetsbare personen.

Voor de overheid is het oordeel van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden over de veiligheid van gewasbeschermingsmiddelen (Ctgb) in principe altijd leidend. Het beoordelingskader van het Ctgb wordt continu aangepast aan de meest actuele wetenschappelijke inzichten, schrijft de staatssecretaris.

Bij de voortdurende evaluatie van het toelatingsproces speelt het ‘Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden 2’ van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu een grote rol, benadrukt Van Ooijen. Dit onderzoek besteedt specifieke aandacht aan ziekten zoals parkinson, leukemie bij kinderen en diverse cognitieve effecten. De staatssecretaris vindt het belangrijk dat het toelatingsbeleid wordt ondersteund door de meest actuele wetenschappelijke data.