Onderzoek naar richtlijnen voor spuitvrije zones gestart
De Tweede Kamer en de Vereniging Nederlandse Gemeenten hebben ook om een onderzoek verzocht naar een richtlijn voor de omvang van zones waarin boeren niet meer mogen spuiten met chemicaliën.
Bij spuitzonering gaat het om de afstand tussen landbouwpercelen waarop boeren gewasbeschermingsmiddelen gebruiken en bebouwing, zoals woningen of scholen. De wens voor het onderzoek volgt op een uitspraak van de Raad van State, waarin werd gesteld dat de huidige rekentechnieken tekortschieten bij het bepalen van de grootte van spuitvrije zones.
Drift
In de verkennende studie wordt onder andere gekeken naar de risico's van drift, de oorsprong van de nu soms gehanteerde 50 meter afstand en de maatregelen die blootstelling door drift kunnen beperken. Ook wordt onderzocht welke methoden gebruikt kunnen worden om een veilige spuitafstand vast te stellen.
Het RIVM en Wageningen University & Research verwachten halverwege 2026 een rapport op te leveren. Dit rapport zal dienen als basis voor eventuele vervolgstappen, waaronder de ontwikkeling van een model voor spuitvrije zones.
Na eerdere gerechtelijke uitspraken is de vuistregel ontstaan dat een afstand van 50 meter tussen woningen en bespoten landbouwpercelen als 'niet onredelijk' wordt beschouwd. Gemeenten mogen in bepaalde gevallen hiervan afwijken, maar hebben bij Wiersma aangegeven behoefte te hebben aan een wetenschappelijk kader om die afweging te kunnen maken. Volgens de minister is dit onderzoek de eerste stap daartoe.
Kamervragen
Wiersma beantwoordde donderdag Kamervragen van GroenLinks-PvdA over spuitzones. Ze erkent dat het voor gemeenten een ingewikkeld vraagstuk is en wijst erop dat gemeenten via de Omgevingswet zelf beperkingen kunnen opleggen bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ook kunnen voorwaarden worden gesteld bij het verpachten van gemeentelijke gronden.
GroenLinks-PvdA vroeg de minister of spuitvrije zones van 50 meter wettelijk moeten worden vastgelegd. Zij ziet daar geen reden toe, omdat gemeenten op lokaal niveau al maatwerk kunnen toepassen.