Voor de land- en tuinbouw blijven meer desinfectiemiddelen (biociden) beschikbaar. Dat is mogelijk omdat de Europese Commissie het grensvlak tussen gewasbeschermingsmiddelen en biociden heeft verduidelijkt. Dat gebeurde op voorstel van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
In de novembervergadering besloot het Ctgb de nieuwe Europese richtlijn per direct te gaan volgen. In tegenstelling tot de meeste Europese landen beschikt Nederland allang over een nationale toelatingssystematiek voor biociden.
Voordat het op de Europese agenda stond, kende Nederland daarom al de discussie over de grens tussen biociden en gewasbeschermingsmiddelen bij desinfectiemiddelen, meldt het Ctgb. Dit ging bijvoorbeeld om de desinfectie van containerbakken in de glastuinbouw.
Grensvlak
Een strikte interpretatie van het grensvlak leidt ertoe dat een biocide met een werkzame stof die niet (ook) voor gewasbeschermingsmiddelen is goedgekeurd, niet in de land- en tuinbouw kan worden gebruikt. Dat sluit veel desinfectiemiddelen uit, omdat onder de gewasbeschermingsverordening nauwelijks desinfecterende stoffen zijn goedgekeurd.
Het Ctgb heeft daarop een notitie opgesteld om te komen tot duidelijke, geharmoniseerde Europese afspraken die het toelaten van desinfectiemiddelen voor gebruik in de agrarische sector makkelijker maken. Die afspraken zijn nu dus in Europa omarmd.
Geclaimd of aangetoond
Volgens het Ctgb is het in de uitwerking in eerste instantie de aanvrager die bepaalt of de aanvraag leidt tot toelating als biocide of gewasbeschermingsmiddel. Zodra in de aanvraag de werkzaamheid tegen ziekteverwekkers in planten wordt geclaimd of in studies wordt aangetoond, gaat het om een gewasbeschermingsmiddel.
In dat geval moet de werkzame stof ook voor gewasbeschermingsmiddelen zijn goedgekeurd. Wordt algemene desinfectie geclaimd en bevat de aanvraag de standaard werkzaamheidsgegevens voor een biocide, dan volgt een beoordeling als biocide. Het middel mag dan ook worden gebruikt in de land- en tuinbouw.
Vervolgens beoordeelt het Ctgb of het echt om een biocideaanvraag gaat en het middel niet op de markt wordt gebracht om zijn werking als gewasbeschermingsmiddel. In geval van twijfel is de intentie waarmee een middel op markt wordt gebracht leidend en niet de claim, benadrukt de toelatingsinstantie.