De introductie van groene en duurzame gewasbeschermingsalternatieven wordt geremd door de lange doorlooptijden bij de beoordeling van nieuwe middelen. Verder vormt dit een obstakel voor nieuwe toetreders op de markt en bestaat het risico dat onwenselijke middelen langer op de markt blijven.
Dat staat in de vijfjaarlijkse beoordeling van het functioneren van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Het onderzoek is uitgevoerd door bureau Andersson Elffers Felix (AEF) en beslaat de periode 2016-2020. De onderzoekers spraken onder meer met producenten van gewasbeschermingsmiddelen die klant zijn bij het Ctgb.
Landbouwminister Piet Adema schrijft in een Kamerbrief dat het rapport bevestigt dat het Ctgb ‘in voldoende mate doelmatig en doeltreffend functioneert en zowel nationaal als Europees niveau veel respect geniet’.
Maatschappelijke impact
Desondanks hebben de trage beoordelingsprocedures een maatschappelijke impact, schrijven de onderzoekers in hun rapport. Het kan nu jaren duren om een nieuw middel goedgekeurd te krijgen, waardoor bijvoorbeeld duurzame innovatie wordt afgeremd.
‘Producenten hebben in de focusgroep aangegeven dat de aanvraagprocedure en de doorlooptijd een te hoge drempel vormen voor nieuwe toetreders op de markt. Ook bestaat door de lange doorlooptijden het risico dat onwenselijke stoffen langer op de markt blijven. Tot slot kan dit leiden tot een afname van het publieke vertrouwen in het Ctgb en het stelsel’, staat in het rapport.
Druk op beschikbare capaciteit
De lange doorlooptijden bij het Ctgb zijn volgens de beoordeling te wijten aan een hoog aantal aanvragen voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Dat leidt tot druk op de beschikbare capaciteit. Ook andere Europese toelatingsautoriteiten kampen met dit probleem.
Het Ctgb geeft zelf aan dat de krapte op de arbeidsmarkt mede debet is aan de lange doorlooptijden. Extra inzet op werving van personeel en het bieden van doorgroeimogelijkheden moeten die leemte verbeteren. Daarnaast gaat de organisatie beter sturen op het verkorten van doorlooptijden, onder ander door meer op basis van risicomanagement keuzes te maken. Ook wordt er gekeken naar manieren om de productiviteit te verbeteren.