De Producentenorganisatie Consumptieaardappelen (POC) berekent voor komend teeltseizoen de kosten voor de teelt van een hectare aardappelen op meer dan 10.000 euro.
Vergeleken met teeltjaar 2022 liggen de kosten voor de aardappelteelt opnieuw 10 procent hoger. Dat komt vooral door de stijgende energiekosten en de kosten voor dieselverbruik en gewasbeschermingsmiddelen. Bij de berekening van de totale kosten is beregening nog niet meegenomen. Ervan uitgaand dat dit bijna standaard is, betekent het dat de kosten nog hoger zijn.
De kosten zijn berekend op levering van de aardappelen in april. De POC gaat uit van een netto-opbrengst van 47,5 ton per hectare. Bewaarverliezen zijn daarin meegenomen. De reële opbrengstprijs met 15 procent marge voor de aardappelteler komt dan volgens de organisatie op 252 euro per ton. Dat was vorig jaar nog 229 euro per ton.
Break-evenpunt tarwe en aardappelen
POC-bestuurder Jacco de Graaf meldt dat de organisatie met de berekening bewustwording wil creëren bij telers die hun kostprijs onvoldoende in beeld hebben. Kostprijsexperts van POC berekenden vorig jaar dat het break-evenpunt tussen tarwe en aardappelen lag bij een tarweprijs van 320 euro per ton. Dit is de prijs waarop een akkerbouwer beter tarwe kan telen dan aardappelen op levering in april.
Dit omslagpunt ligt nu bij een tarweprijs van 300 euro per ton. Daarbij maakt de POC de aantekening dat ook voor tarwe de inputprijzen stijgen, maar dat de teelt nu eenmaal minder input vraagt vergeleken met de teelt van consumptieaardappelen.
Volgens de POC maakt de kostprijsberekening voor 2023 duidelijk dat er iets moet veranderen in de aardappelketen. De organisatie stelt dat een substantiële contractprijsverhoging nodig is om de aardappelteelt in de benen te houden. Een contractprijs van 252 euro per ton betekent een prijsstijging van 70 euro per ton ten opzichte van de huidige contractprijzen.
Tekst en foto: Haijo Dodde.