Het aantal toegelaten gewasbeschermingsmiddelen is sinds 2019 gedaald. Ook het aantal werkzame stoffen die van belang zijn voor gewasbeschermingsmiddelen neemt af. Dat blijkt uit het jaarverslag van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) over 2020.
Het Ctgb nam vorig jaar 123 besluiten over aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen en 71 voor biociden. Deze besluiten bevatten vaak meer dan één toepassing van het middel. Van de genomen besluiten wees het college zes aanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen en tien aanvragen voor biociden volledig af.
Als het Ctgb een middel toelaat, betekent dat niet vanzelfsprekend dat alle aangevraagde toepassingen worden toegelaten. Een deel van de aangevraagde toepassingen, 13 procent bij gewasbeschermingsmiddelen en 9 procent bij biociden, werd afgewezen of teruggetrokken door de aanvrager vanwege door het Ctgb geconstateerde risico’s.
Aanscherpingen
Bij een groot deel van de toelatingen – 50 procent van de gewasbeschermingsmiddelen en 62 procent van de biociden – zijn voor het besluit nog voorschriften aangescherpt, zodat consumenten en telers erop kunnen vertrouwen dat middelen die ze kopen en gebruiken bij gebruik volgens voorschrift veilig zijn.
Het Ctgb adviseerde de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat onder meer ook over 57 vrijstellingen: 36 voor gewasbeschermingsmiddelen, 21 voor biociden, vooral desinfectiemiddelen.
Positief bedrijfsresultaat
De opbouw van het eigen vermogen verloopt voorspoedig. Het Ctgb heeft het jaar 2020 goed afgesloten met een positief bedrijfsresultaat. Dit bedrijfsresultaat wordt ten gunste gebracht van de algemene reserve en voorziet daarmee in een opbouw van het eigen vermogen.