De Koninklijke Vereniging Het Comité van Graanhandelaren wil dat er gebruik wordt gemaakt van de uitzonderingsregel die de Europese Verordening Gewasbeschermingsmiddelen aan de lidstaten van de Europese Unie biedt voor noodsituaties. Dat verzoek heeft de vereniging aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gedaan.
Door leveringsproblemen vanuit Oekraïne moeten Nederlandse graanhandelaren ergens anders tarwe en mais zoeken. Volgens directeur-secretaris Caroline Emmen van de Koninklijke Vereniging Het Comité van Graanhandelaren is dat al een uitdaging, maar komt daar nog een probleem bij.
Emmen zegt dat handelaren kunnen uitwijken naar Noord- en Zuid-Amerika, maar dan tegen strikte Europese wetgeving over residuen aanlopen. Voor bepaalde gewasbeschermingsmiddelen die daar worden gebruikt, zijn in de Europese Unie geen importtoleranties vastgesteld.
Maximale residulimiet
In dat geval geldt de detectiegrens als norm of zijn onze eigen residunormen, de maximale residulimiet, strenger dan de richtlijnen in die landen. Deze granen mogen dan niet worden geïmporteerd.
De directeur-secretaris van de Koninklijke Vereniging Het Comité van Graanhandelaren stelt dat in de eventuele uitzonderingsregel de garantie van voedselveiligheid moet worden gewaarborgd. ‘Onze Europese moederorganisatie Coceral probeert dit op Europees niveau af te stemmen, zodat er vrij verkeer voor deze granen ontstaat in Europa, zo lang dat nodig is.’
Tijd dringt
‘Het zou zomaar kunnen dat de tijd echt dringt voor het mogen toepassen van de uitzonderingsregel, benadrukt Emmen. ‘Er is een reële kans dat andere landen, bijvoorbeeld China, ons voor zijn met het aankopen van partijen elders in de wereld.’
Mais uit Oekraïne is vooral bestemd voor veevoer. Deze sector kampt met sterk gestegen grondstofprijzen door de oorlog. Ook daar maakt de directeur-secretaris van de Koninklijke Vereniging Het Comité van Graanhandelaren zich zorgen over. ‘De samenstelling van veevoer, onder meer het eiwitgehalte, luistert nauw. Dus het is lastig om of elders mais vandaan te halen, dan wel alternatieven te vinden.’
Normaal gesproken zou rond deze tijd het zaaiseizoen in Oekraïne moeten starten. Het volgende probleem dient zich daar aan: er is een tekort aan diesel, zaaizaad en mensen. Emmen: ‘Als telers niet kunnen zaaien, dan missen we een oogst. Ook is het de vraag of wat er nu nog op het land staat, wel kan worden geoogst.’
Tekst: Job Hiddink
Foto: Han Reindsen