Uientelers verwachten grote problemen met de bestrijding van valse meeldauw. Na het verdwijnen van middelen op basis van mancozeb zijn er nog enkele middelen over voor de bestrijding van deze schimmelziekte. Een daarvan is het fungicide Fandango, maar dat is komend seizoen beperkt beschikbaar.

Problemen met de levering van een hulpstof zorgen ervoor dat Bayer voor seizoen 2022 maar minimaal in staat is om Fandango EC200 te produceren. Produceren van het fungicide in een iets gewijzigde formulering is volgens de gewasbeschermingsmiddelenfabrikant wel mogelijk, maar daarvoor geldt geen toelating. Als oplossing hiervoor is een aanvraag voor een vrijstelling van 120 dagen ingediend bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) door BO Akkerbouw namens de akkerbouwsector met ondersteuning van Bayer als fabrikant en toelatingshouder.

De NVWA heeft deze aanvraag beoordeeld en concludeert dat er voor de uienteelt wel sprake is van een knelpunt, maar niet van een noodsituatie. De autoriteit stelt dat er voor uientelers voldoende alternatieven beschikbaar zijn. Daarom voldoet de aanvraag van de akkerbouwsector volgens de NVWA niet aan de criteria voor een vrijstelling.

Noodklok
LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente luidt de noodklok. ‘We hebben nu te maken met een enorme druk van valse meeldauw. Als we weer een nat groeiseizoen krijgen, dan zijn de gevolgen niet te overzien’, zegt Marcel Scholtens, lid van LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente en uienteler in het Flevolandse Luttelgeest.

Het stoort Scholtens dat de NVWA dwarsligt bij het verlenen van een vrijstelling voor een andere formulering van Fandango. ‘Als die vrijstelling er wel komt, dan hebben we in elk geval een tijdelijke oplossing tot de productie van het reguliere middel weer op orde is. De NVWA oordeelt dat het hier niet gaat om een noodsituatie, maar dat is het voor de Nederlandse uiensector wel degelijk.’

BO Akkerbouw in beroep
BO Akkerbouw gaat namens de Nederlandse akkerbouwsector in beroep tegen het oordeel van de NVWA. De autoriteit wijst erop dat er alternatieven zijn voor de uientelers. ‘Maar dit zijn slechts twee middelen met dezelfde actieve stof’, stelt directeur André Hoogendijk van BO Akkerbouw. ‘Als uientelers niet voldoende kunnen afwisselen in hun spuitschema, dan gaat dat ten koste van de effectiviteit van de overgebleven middelen.’

Tekst: Haijo Dodde
Foto: Wageningen University & Research