BBB heeft vorige week in de Tweede Kamer gevraagd om het middel Exirel in de kersenteelt jaarlijks toe te staan om de suzuki-fruitvlieg te bestrijden. De partij gaat daarmee voorbij aan het advies van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).

Onlangs kregen de middelen Exirel en Tracer voor een jaar vrijstelling voor de toepassing in de kersenteelt, omdat er geen ander middel is voor de bestrijding van de suzuki-fruitvlieg. Deze vrijstelling houdt in dat Exirel eens per drie kalenderjaren mag worden gebruikt.

Mede namens de PVV diende BBB-Kamerlid Cor Pierik vorige week een motie in waarin hij vraagt om jaarlijkse toepassing van Exirel, omdat anders het middel Tracer vaker moet worden ingezet. Daarbij is de waterkwaliteit bij fruittelers in orde, stelt hij.

Dat de partij met dit verzoek voorbijgaat aan het advies van het Ctgb, is niet onoverkomelijk, stelt Pierik. ‘Het college heeft een adviserende rol bij de beoordeling van aanvragen voor vrijstellingen en de minister is niet verplicht deze adviezen op te volgen. Hij moet dit advies alleen betrekken bij zijn afwegingen.’

Motie

VVV-Kamerlid Thom van Campen en ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis (ChristenUnie) zijn het hier niet mee eens en hebben een motie ingediend. Hierin vragen ze het kabinet de adviezen en besluiten over gewasbeschermingsmiddelen door de aangewezen onafhankelijke en deskundige instanties te respecteren.

D66-Kamerlid Anne-Marijke Podt en GroenLinks-PvdA-Kamerlid Laura Bromet zijn eveneens kritisch. Ze benoemen de verantwoordelijkheid voor de milieu- en waterkwaliteit bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ook wijzen ze erop dat 42 procent van de telers de toepassingsvoorwaarden van de middelen vorig jaar niet goed is nagekomen.

Advies volgen

Demissionair minister Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de adviezen van het Ctgb niet te negeren. ‘We hebben in dit land een aantal instituties zelf ingesteld en ingericht. Als zo’n instituut met een advies komt, dan is het de bedoeling dat we dat volgen.’ Hij voelt er weinig voor om na elk advies in de Tweede Kamer in debat te gaan over het al dan niet opvolgen van dat advies.

De minister weerspreekt de claim van Pierik dat de waterkwaliteit bij professionele kersentelers in orde is. ‘In een aantal delen van het land is dat zo, maar niet overal. Er valt nog veel te verbeteren. De naleving van de regels moet verbeteren. Exirel is geen fijn goedje, maar het is een noodzakelijk kwaad in deze teelt.’