Ctgb gaat 46 PFAS-middelen opnieuw beoordelen
De Deense gegevens zijn door Ctgb beoordeeld op betrouwbaarheid en relevantie voor de Nederlandse situatie. Vanwege verschillen in nationale criteria en gebruikte grondwatermodellen zijn nationale berekeningen nodig om te bepalen of de middelen ook hier leiden tot overschrijding van de grondwaternorm.
Mocht dat zo zijn, dan voldoen de middelen niet meer aan de toelatingscriteria. Voor de hernieuwde beoordeling gebruikt het Ctgb de nieuwe gegevens over de vorming van TFA en het Nederlandse grondwatermodel. Dit betreft alle toegelaten middelen op basis van de werkzame stoffen fluopyram, fluazinam, diflufenican, mefentrifluconazol, tau-fluvalinaat en fluazifop-P-butyl.
Ophopen in grondwater
Volgens het college worden naast toegelaten middelen ook nieuwe en lopende middelaanvragen op basis van deze stoffen herbeoordeeld op TFA-vorming. Het risico van TFA is dat het nauwelijks afbreekt, zeer mobiel is en zich op die manier ophoopt in het grondwater.
Voor de gezondheid vormt TFA momenteel geen risico, omdat de blootstelling via drinkwater ruim onder de aanvaardbare dagelijkse inname blijft. Maar in de toekomst kan een oplopende concentratie wel gevolgen hebben voor de grond- en drinkwaterkwaliteit.
Versnelling van herbeoordeling
Overigens pleitte het Ctgb al eerder voor versnelling van de herbeoordeling van stoffen in Europa. De toelatingsautoriteit vindt het alleen niet verantwoord om het reguliere Europese proces af te wachten. 'Dit verloopt waarschijnlijk niet snel genoeg. Net als andere Europese landen die voor een herbeoordeling kozen, Noorwegen en Zweden, willen we uiterlijk 30 april 2028 alle besluiten nemen.'
Het Ctgb realiseert zich dat dit besluit mogelijk grote gevolgen heeft voor de beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw. Daarbij komt dat mogelijk op termijn TFA-producerende werkzame stoffen niet langer worden goedgekeurd in Europa.
Het Ctgb adviseert demissionair landbouwminister Femke Wiersma daarom om de gevolgen voor de landbouw nader te laten onderzoeken. 'Hierbij moet aandacht zijn voor alternatieven voor middelen die mogelijk wegvallen.'