'Bloemrijke akkerranden bevatten te veel chemische middelen'
In samenwerking met Pesticide Action Network Netherlands (PAN-Nederland) en Buijs Agro-Services onderzocht Meten=Weten elf groenstroken in de provincies Groningen, Drenthe, Gelderland, Flevoland en Noord-Holland. De locaties zijn uitgekozen daar waar een bloeiende bloemstrook naast een landbouwperceel aanwezig was. Het soort landbouwgewas op het aangrenzende perceel was geen criterium.
De bloemstroken zijn oorspronkelijk bedoeld om plagen op de akkers te bestrijden door predatoren te lokken. Denk aan roofmijten, schildwespen en lieveheersbeestjes. Ook moeten de bloemstroken de biodiversiteit versterken. De aanleg van bloeiende akkerranden wordt vaak gesubsidieerd door de overheid.
Risico voor insecten
In de elf onderzochte bloemstroken zijn in totaal 41 verschillende gewasbeschermingsmiddelen gevonden, variërend van één middel tot 26 middelen per monster. Volgens de onderzoekers bleken vijf van de elf stroken zo vervuild dat zij een risico vormen voor insecten. Opvallend is dat, hoewel niet of nauwelijks meetbaar, er ook sporen van middelen zijn gevonden langs akkers van biologische boeren. Volgens de onderzoekers zijn die waarschijnlijk overgewaaid van aangrenzende percelen van gangbare boeren.
De auteurs van het rapport stellen dat de vervuiling van de akkerranden sterk samenhangt met het beheer van de aanliggende akker. Zij adviseren om bloemstroken alleen nog aan te leggen als akkers biologisch worden beheerd of langs percelen waarbij geen gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. In andere gevallen is er volgens hen sprake van 'een ecologische val' met waarschijnlijk negatieve gevolgen voor de insectenpopulatie en voor insectenetende dieren.
Meten=Weten is een een burgerinitiatief dat onderzoek doet naar de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen. PAN-Nederland heeft als doel het gebruik van schadelijke bestrijdingsmiddelen in de landbouw en daarbuiten uit te bannen.