Een meerderheid van de Tweede Kamer vindt dat er alternatieven moeten komen voor alle gewasbeschermingsmiddelen die hun toelating verliezen en van de markt verdwijnen. De Tweede Kamerleden hebben landbouwminister Piet Adema verzocht dit bij de volgende ministerraad van de Europese Commissie te borgen.
Het verzoek stond in een motie van VVD, CDA en ChristenUnie. Deze fracties constateerden dat gewasbeschermingsmiddelen waarvan de toelating verloopt, in de praktijk worden vervangen door andere middelen. Die zijn niet altijd beter voor het milieu, maar boeren en tuinders kiezen hier toch voor omdat er geen alternatieven zijn.
De alternatieven waar de Tweede Kamer nu ruimte voor wil, kunnen variëren tussen niet-chemische middelen, middelen met een lagere milieu-impact, nieuwe verdelingstechnieken of technologieën als precisielandbouw en mechanische bestrijding.
Veredelingstechnieken
Op initiatief van de coalitiepartijen vraagt de Tweede Kamer Adema om de wettelijke barrières voor moderne veredelingstechnieken, zoals Crispr-Cas, en groene middelen, zoals laagrisicostoffen, basisstoffen en biologische middelen, zoveel mogelijk weg te nemen. Ook moet de toepassing van deze alternatieven worden gestimuleerd.
Daarnaast constateert de Tweede Kamer dat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) ten opzichte van andere lidstaten in de Europese Unie onevenredig veel toelatingsaanvragen in behandeling heeft. De Tweede Kamer verzoekt de landbouwminister om de knelpunten bij het Ctgb wat betreft de toelating van nieuwe middelen op de Europese markt in kaart te brengen en in Europa te pleiten voor een betere werkverdeling.
Tekst: René Bouwmeester, foto: Han Reindsen