Op basis van herbeoordelingen blijkt dat toegelaten gewasbeschermingsmiddelen veilig zijn voor omwonenden van landbouwpercelen. Dit stelt het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) in reactie op schriftelijke vragen van de redactie van Zembla.

Het college heeft de volledige reactie gepubliceerd op ctgb.nl. Zembla stelde dat de normoverschrijding van middelen door het Ctgb is weggeredeneerd en verzwegen. Dit kwam naar voren in de aflevering van 28 september over een rechtszaak van omwonenden tegen een bollenteler in Drenthe.

Het Ctgb weerspreekt dit en geeft aan dat het kabinet in 2014 al vroeg om een herbeoordeling van het gezondheidsrisico voor omwonenden van landbouwpercelen. Op basis van een nieuw ontwikkeld model van de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (Efsa) heeft het college zelf de blootstelling vastgesteld.

Verfijning van beoordeling
Uit de Efsa-herbeoordeling bleek in zeven van de ruim honderd gevallen dat een veilige norm werd overschreden. Daarop volgde een verfijning van de beoordeling voor het betreffende middel. Daarbij is gekeken naar halfwaardetijd en al voorgeschreven driftreductie.

Nadat alle stappen van het Efsa-model waren doorlopen, is geconcludeerd dat er geen gezondheidsrisico voor omwonenden bestaat. Volgens het Ctgb is er dus ook zeker geen sprake van het wegredeneren van eerder vastgestelde risico’s.

Pleidooi voor verder onderzoek
Zembla stelt ook dat het Ctgb tegen vervolgonderzoek is naar aanleiding van het Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden (OBO), gecoördineerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het college weerspreekt dit en noemt het OBO juist waardevol, omdat het veel zegt over de daadwerkelijke blootstelling van omwonenden. Het Ctgb onderschrijft de aanbevelingen van het RIVM, waaronder een pleidooi voor verder onderzoek.

Daarnaast suggereert Zembla dat het toelatingssysteem via betalingen te veel wordt beïnvloed door middelenfabrikanten. Als antwoord hierop vergelijkt het Ctgb de toelatingsprocedure met het halen van een rijbewijs: kandidaten lessen bij een rijschool en doen examen bij het CBR. Ze betalen laatstgenoemde examengeld, maar dat geeft nog geen slagingsgarantie.