Precisietoepassing biedt mogelijkheden om middelen toe te laten. Volgens precisielandbouwspecialist Corné Kempenaar zou het Ctgb specifieke voorschriften die precisietoepassing betreffen kunnen opnemen in het wettelijke gebruiksvoorschrift van middelen. Zo kunnen bepaalde toelatingen mogelijk worden of in stand gehouden worden, denkt de wetenschapper.

Kempenaar is lector precisielandbouw bij Aeres Hogeschool, onderzoeker bij WUR en heeft zitting in het Ctgb. Precisielandbouw kan bijdragen aan lagere dosering van middelen en aan minder blootstelling van niet-doelorganismen. Het Ctgb onderzoekt momenteel de mogelijkheden in verband met toelatingen. Kempenaar gaf uitleg over zijn ideeën in het maandbulletin van Nefyto (vanaf heden draagt deze organisatie de naam CropLife NL).

Er is alleen sprake van precisielandbouw als er aan drie voorwaarden voldaan is: hiervoor moet plaats-specifiek gemeten én beslist én toegepast worden. Dat meten kan al rijdend met de spuit, maar ook op een andere manier of ander moment. Het voordeel van de laatste methode is dat de spuit gevuld kan worden met exact de hoeveelheid spuitvloeistof die nodig is voor de gewasbehandeling. Er blijft dan geen restvloeistof over. Toepassing kan op drie manieren: variabel over het hele perceel, pleksgewijs of pleksgewijs en daar dan ook variabel (hybride). Een besparing van enkele tientallen procenten op het middelengebruik is volgens Europees onderzoek mogelijk.

De precisietechniek vergt een forse investering in de veldspuit en in mindere mate in andere techniek. Telers moeten bovendien opgeleid of getraind zijn om zo te werken. Kempenaar verwacht van de ambitieuze Nederlandse telers dat ze interesse hebben in de toepassing, al zal de techniek zich misschien eerder terugverdienen op grote buitenlandse boerenbedrijven.