Gewasbeschermingsmiddelen die in de Europese Unie verboden zijn, worden nog steeds veel gebruikt. Landen gaan te ruimhartig om met het afgeven van derogaties voor het gebruik van deze middelen, stelt Pesticide Action Network (PAN).

PAN analyseerde aanvragen voor 24 gewasbeschermingsmiddelen, waarvan de helft neonicotinoïden, die de Europese Unie heeft verboden vanwege het gevaar voor de volksgezondheid, het milieu en de biodiversiteit. Landen mogen uitzonderingen – derogaties – voor deze middelen afgeven als laatste redmiddel bij een gewasziekte of plaag.

Het netwerk stelt dat Europese landen te ruimhartig omgaan met het afgeven van die vrijstellingen. Zo gaf Oostenrijk tussen 2019 en 2022 in twintig gevallen een derogatie af. Ook Finland (18), Denemarken (17), Roemenië (16), Tsjechië (15) en Griekenland (15) tonen zich soepel ten opzichte van aanvragen. Nederland en Hongarije staan daar met 5 derogaties ver achter. Bulgarije, Luxemburg en Malta gaven geen enkele ontheffing af.

 

Zorgen van burgers

Volgens PAN maken veel Europese burgers zich grote zorgen over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Het netwerk wijst daarbij op het Europese burgerinitiatief ‘Red de bij’, waarbij 1,1 miljoen burgers een drastische vermindering eisen van het gebruik van deze middelen.

Uitvoerend directeur Martin Dermine van PAN Europe roept landen op te stoppen met het afgeven van derogaties. ‘Dat zou een uitzondering moeten zijn en alleen toegestaan bij uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden. De werkelijkheid is anders. Dit wijdverspreide misbruik maakt de EU-wetgeving voor bestrijdingsmiddelen zo lek als een zeef’, stelt hij.

Tekst: Peter Smit
Foto: Inagro