De naleving van wet- en regelgeving bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in open teelten is tussen 2015 en 2019 met 15 procent gedaald. Het nalevingspercentage lag in 2019 op 67 procent. Dat meldt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Dat komt enerzijds door onvoldoende kennis van de inhoud van de regels bij telers. Anderzijds ervaren telers de regels vaak als onduidelijk en onrechtvaardig. Ook twijfelen ze aan het nut van benodigde investeringen om aan de regelgeving te kunnen voldoen.

Het onderzoek was een verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De analyse naar de achterliggende redenen van de lage naleving voerde de NVWA in 2021 uit. In het onderzoek keek de autoriteit ook naar de invloed van de sociale omgeving op de naleving.

Invloed van collega’s
Het blijkt dat de invloed van collega’s en afnemers groter is dan de persoonlijke omgeving. De analyse bestond uit zeven diepte-interviews met telers in de open teelten. Dat betreft de akkerbouw, vollegrondsgroente, fruitteelt, boomkwekerij en bloembollenteelt. Daarnaast voerde de NVWA een online-enquête uit onder telers in de verschillende sectoren met open teelten.

De focus in het onderzoek lag op drie verschillende driftreducerende maatregelen waaraan telers moeten voldoen bij de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen in de open teelten: de 75 procentreductiemaatregel, gebruik van een kantdop en additionele driftreducerende maatregelen op het wettelijke gebruiksvoorschrift.

Op basis van de onderzoeksresultaten gaat de NVWA vervolgacties ondernemen. Zo moet er duidelijke informatievoorziening zijn over driftreducerende maatregelen en moeten regels beter worden geduid. Daar waar mogelijk onduidelijkheden of tegenstrijdigheden in wet- en regelgeving zich voordoen, zal de NVWA de regelgever hierop attenderen, zodat het eventueel kan worden aangepast.

Tekst: Job Hiddink
Foto: Han Reindsen