CDA-Kamerlid Eline Vedder en VVD-Kamerlid Thom van Campen hebben vorige week Kamervragen gesteld aan landbouwminister Piet Adema over een spuitverbod op een Drents lelieperceel. Ze willen weten wat dit verbod betekent voor de status en het functioneren van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).

De voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland in Assen stelde vorige week de omwonenden van een lelieperceel in de buurt van Dwingeloo in het gelijk. Zij eisten een verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en dat heeft de rechter in een kort geding gehonoreerd.

Vedder en Van Campen vroegen aan Adema of duidelijk is op welke wet- en regelgeving het vonnis van de rechtbank is gebaseerd. Volgens hen gaat de rechter met zijn uitspraak in tegen het oordeel van het Ctgb. Daarbij plaatsen de Tweede Kamerleden vraagtekens bij de status en het functioneren van het Ctgb.

Zorgvuldigheid

Uit de betreffende uitspraak blijkt volgens Vedder en Van Campen dat de rechtbank zelf een oordeel velt over wat goed is voor mens, dier en milieu als het gaat over het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen. Daarom willen ze van de minister weten of hijzelf ook twijfelt aan de zorgvuldigheid van het Ctgb bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen.

De Tweede Kamerleden maken zich zorgen over de precedentwerking van de uitspraak. Ze voorspellen dat agrarisch ondernemers met andere teelten ook worden geconfronteerd met vergelijkbare rechtszaken. Aansluitend daarop vragen ze aan de minister wat hij gaat doen om bezorgde omwonenden beter te informeren over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.