De telers die genoeg hebben aan twee keer per jaar de spuit afspoelen, kunnen vaak toe met een zelfgebouwde spuitplaats of een biofilter. Wie vaker wil spoelen of meer restvloeistof wil verwerken, kan kiezen voor speciale installaties als de Heliosec en de Phytobac.

Nu de driftreducerende maatregelen op de veldspuiten hun effect hebben op de, dus veel lager geworden, milieubelasting van gewasbescherming, richt de aandacht zich op puntemissies op het erf of bij het spoelen van de spuit. Akkerbouw, vollegrondsgroenteteelt, fruitteelt en bollensector investeren in de verwerking van spuitrestvloeistof, al blijkt de onduidelijke regelgeving nog wel een obstakel voor de telers.

Probleem is volgens Luc Remijn van adviesbedrijf Delphy dat telers niet weten of de verwerkingsinstallatie over een paar jaar nog aan de eisen voldoet. Remijn pleit dan ook voor duidelijke regels, die liefst ook eenvoudig en haalbaar, lees betaalbaar, zijn voor de telers.

Volgens voorzitter Jaap van Wenum van de LTO-vakgroep Akkerbouw is de sector erin geslaagd om de reststoffenverwerking als milieu-investering af te mogen trekken voor de belasting. Hij hoopt dat telers gebruik maken van de regeling en zo de milieubelasting in de gewasbescherming nog verder terugdringen.

Een voorbeeld van een simpele verwerking van restvloeistof is het biofilter. Telers kunnen die zelf bouwen met lekdichte bakken van PVC of polypropyleen (PP) van een kuub inhoud, zoals IBC’s. Op de internetpagina van Toolboxwater leggen Wageningse onderzoekers uit hoe een biofilter en andere installaties voor de reiniging van afvalwater met gewasbeschermingsmiddelen te bouwen en gebruiken zijn.

Een ander systeem is een wasplaats voor de spuit met grastegels en een zaksloot gevuld met stro rondom. Simpele constructies, maar wel met een beperking van twee keer reinigen per jaar en ze liggen in het veld, buiten. Dat is open en bloot voor weersinvloeden.

 

Professioneler

De systemen Heliosec van Syngenta en Phytobac van Bayer/Beutech Agro kunnen qua capaciteit op maat gemaakt worden per bedrijf. Telers die meer restvloeistof hebben dan anderhalve kuub per jaar, kunnen dergelijke installaties overwegen.

Richard Verhoeven van Beutech Agro geeft regelmatig uitleg aan telers over hun systeem Phytobac. „Door vragen te stellen maken we inzichtelijk wat de capaciteit van het systeem moet zijn. Eén bak kan 3 kuub per jaar aan. Als er meer nodig is, kunnen we bakken bijplaatsen.”

De werking van Phytobac is overigens vergelijkbaar met wat in de zaksloot om een reinigingsplaats gebeurt. De micro-organismen in het mengsel van stro en teeltaarde in de bak breken de reststoffen af en het water verdampt. Verhoeven: „Wij concentreren de verwerking in de bak met een dak erop en we beheersen het verloop op de vierkante meter. Een vochtsensor meet elke tien minuten of de bak niet te droog wordt. Wordt het droog, dan druppelt de installatie vocht bij.”