Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft onlangs besloten het protocol voor het opslaan en verwerken van bollenafval bij het gebruik van azolen in te trekken. Deze maatregel heeft onvoldoende effect op de ontwikkeling van Aspergillus fumigatus. Deze azolenresistente schimmel kan problemen voor de volksgezondheid veroorzaken.

 

Als gevolg van het besluit van het Ctgb hoeven bollentelers hun afvalhopen niet meer af te dekken als ze voor de schimmelbestrijding middelen gebruiken op basis van azolen. Het gebruik van deze middelen is behoorlijk gangbaar in de Nederlandse bollenteelt.

Sinds 2021 is het azolenprotocol onderdeel van het wettelijk gebruiksvoorschrift voor fungiciden die tot de groep van azolen horen. Doel van het protocol was de groei en verspreiding van Aspergillus fumigatus tegen te gaan.

Longinfecties
Deze schimmel komt wereldwijd voor en kan longinfecties veroorzaken bij mensen met een sterk verzwakt immuunsysteem. Volgens het Ctgb komt uit aanvullend onderzoek naar voren dat het resistentieprobleem te wijdverspreid is om in te dammen met de maatregelen uit het protocol. Een alternatief protocol gebaseerd op twee keer per week natmaken van de afvalhopen is onvoldoende effectief, blijkt uit onderzoek van het Ctgb.

Bovendien botst deze optie met maatregelen voor wateronttrekking, risico op extra uitspoeling en geldende milieuregelgeving. Het Ctgb heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gevraagd om het resistentievraagstuk mee te nemen in nationaal en internationaal onderzoek naar het probleem en effectieve maatregelen.

Wereldwijd
Aspergillus fumigatus wordt in verschillende concentratiegebieden wereldwijd aangetroffen. In Nederland zijn dat behalve in bollenafval ook in houtsnippers, groenafval en agrarisch restafval van bepaalde teelten. Aanvankelijk was de verwachting dat de maatregelen uit het azolenprotocol zouden bijdragen aan het beheersen van de verspreiding in ons land.

Volgens het Ctgb geven nieuwe inzichten aan dat de schimmelstammen zo aangepast en wijdverspreid zijn dat alleen maatregelen in de bollenteelt niet bijdragen aan het beheersen van de resistentie. In een internationaal onderzoek kijken vijf Europese agentschappen naar mogelijke oplossingen.

Brede toepassing
Met het oog op de brede toepassing van schimmelbestrijdende azolen in onder meer geneesmiddelen, diergeneesmiddelen, gewasbeschermingsmiddelen, biociden en cosmetica zijn hier ook het Europees Geneesmiddelenbureau, het Europees Agentschap voor chemische stoffen en de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid bij betrokken.

Daar zal ook de vraag aan de orde komen of middelen zoals azolen alleen gereserveerd moeten blijven voor geneesmiddelen. Deze vraag overstijgt het mandaat van het Ctgb.

Tekst en foto is door: Haijo Dodde