Veilig werken is ook bij moderne gewasbeschermingsmiddelenbittere noodzaak. Volgens manager preventieadvies Peter Tamsma van Stigas gaat het rondom de spuitmachine meestal wel goed, maar nemen werkers in de landbouw wel risico’s door onvoldoende beschermd in het gespoten gewas te lopen.

‘Bij een bedrijfsongeval is het effect helder’, zegt manager preventieadvies Peter Tamsma van arbodienst Stigas. ‘Bij gewasbeschermingsmiddelen merk je verkeerd gebruik pas op de lange termijn. Wij zien dat moeilijk terug in de cijfers voor verzuim. Er is natuurlijk wel kennis over de gevaren van chemische middelen, bijvoorbeeld de gevaren voor vruchtbaarheid, kanker en zenuwaandoeningen. Effecten zie je pas na veel jaren. Dan komt de ellende boven van oude middelen van twintig of dertig jaar geleden.’

Nieuwe middelen zijn volgens de expert veiliger, maar zeker weten doen we dat pas over heel veel jaren. Tamsma raadt aan om slordigheden daarom niet in het werk te laten sluipen. De medewerkers van Stigas zien in het veld regelmatig dat er onveilige situaties zijn met gewasbescherming. ‘Hadden we die grote doodshoofden nog maar op de verpakkingen staan, zeggen wij hier wel tegen elkaar. Ook bij het gebruik van biologische gewasbeschermingsmiddelen is de gedachte wel eens dat het geen kwaad kan, maar daar moet je evenwel goed mee oppassen.’

Vlak voor, tijdens en vlak na het spuiten gaat het volgens Tamsma meestal wel goed met de veiligheidsmaatregelen. ‘Rondom de spuit, bij toepassing in de kas of op de trekker zijn de telers voorzichtig. Daarna kan er nog steeds veel mis gaan. Iets anders is bijvoorbeeld het niet tijdig vervangen van filters. Dat blijft wel eens te lang liggen.’

Blootstelling

Lopen door een gespoten gewas, nat of droog, houdt nog steeds in dat er gevaar voor blootstelling is. ‘We zien wel eens dat mensen in korte broeken en met ontbloot bovenlijf in het gewas lopen. Bij de toelating gaan ze uit van een lange broek en een shirt. In die korte broek en de blote bast heb je wel een enorm oppervlakte van je lichaam dat je blootstelt aan middelen.’

Nieuwe middelen mogen dan minder gevaarlijk zijn, Tamsma wil toch benadrukken dat de middelen gemaakt zijn om effectief te zijn en dus giftig in meer of mindere mate. Dat richt zich niet op de mens, maar toch is het beter daarin ook voorzichtig te zijn. In de scholing en training van agrarische ondernemers mag daar van Tamsma wel wat meer aandacht voor zijn: ‘Veiligheid is formeel onderdeel van de trainingen voor de spuitlicentie, maar het gaat wel eens te sterk over de techniek alleen. Voor onze telers is het belangrijk dat ze gezond hun pensioen halen en daarna nog jaren kunnen genieten van dat pensioen!’

 

Foto:

Op boerenbijeenkomsten draait het vaak om de techniek. Veiligheid mag naar de zin van Tamsma wel wat meer aandacht krijgen.