Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is een achtjarig onderzoek begonnen naar de effecten op de lange termijn van blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen op de volksgezondheid. Dit schrijft demissionair minister Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in een brief aan de Tweede Kamer.

Het Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden 2 (OBO-2) is een vervolgonderzoek van het tussen 2015 en 2019 uitgevoerde Onderzoek Bestrijdingsmiddelen Omwonenden (OBO). Daarin heeft het RIVM de blootstelling van omwonenden in kaart gebracht.

Met OBO-2 geeft Adema invulling aan diverse moties waarin Tweede Kamerleden vragen om aanvullende studies naar de gezondheidseffecten en om onderzoek te verrichten naar een verbeterd toelatingsbeleid. De politici in Den Haag maken zich onder meer zorgen over de stijging van het aantal patiënten met de ziekte van Parkinson en de mogelijke relatie die bestaat met de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen.

Op verzoek van de overheid heeft het RIVM de afgelopen maanden gewerkt aan de voorbereiding van het gezondheidsonderzoek. In een plan van aanpak zijn de volgende onderwerpen voor deelonderzoeken vastgesteld: karakterisering van de blootstelling, verband met ziekte van Parkinson, analyse Nederlandse kankerregistratie, cognitie bij kinderen, COPD en astma, analyse van huisartsengegevens en beroepsmatige blootstelling.

Beter toetsingskader

Het patiënt-controleonderzoek naar de ziekte van Parkinson wordt uitgevoerd in samenwerking met het Radboudumc, waar hoogleraar neurologische bewegingsstoornissen Bas Bloem werkt. Behalve over de betreffende deelonderzoeken is Adema ook in gesprek met het RIVM over onderzoek naar het mogelijke verband tussen glyfosaat en de ziekte van Parkinson. Hiervoor worden dierproeven gedaan. Ook worden in-vitrotesten ontwikkeld waarvan de uitkomsten bijdragen aan een beter toetsingskader.

Daarnaast laat de minister een onafhankelijke analyse uitvoeren naar de toelatingsprocedures en waar deze te verbeteren zijn. De voorbereiding voor het uitzetten van deze analyse loopt al, meldt de bewindsman. Hij verwacht de opdracht begin volgend jaar uit te kunnen zetten.

Tot slot schrijft Adema in zijn Kamerbrief dat hij begrijpt dat veel mensen zich zorgen maken over de gezondheidseffecten van gewasbeschermingsmiddelen. Om die reden noemt hij het belangrijk dat de maatschappij nauw betrokken blijft bij de voortgang van het grote onderzoek van RIVM. Er komt een klankbordgroep die aansluiting en relevantie van het onderzoek moet borgen op basis van onder meer halfjaarlijkse rapportages.