Het is onduidelijk waarom actieve stoffen van gewasbeschermingsmiddelen die al lange tijd niet meer zijn toegelaten in oppervlaktewater in glastuinbouwgebieden worden gevonden. Dat blijkt uit onderzoek van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM).

 

Op verzoek van Glastuinbouw Nederland en Glastuinbouw Waterproof onderzocht CLM wat de oorzaak zou kunnen zijn van de normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen die niet meer mogen worden toegepast. Het project is begeleid door een begeleidingscommissie, samengesteld uit medewerkers van waterschap Hunze en Aa’s, waterschap Limburg, Hoogheemraadschap van Delfland en Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en vertegenwoordigers van Glastuinbouw Nederland.

De normoverschrijdingen zijn voor glastuinders onverwacht en onverklaarbaar. Voor niemand is duidelijk wat de herkomst kan zijn. Illegaal gebruik wordt niet gezien als belangrijke oorzaak, ook omdat toepassing van de meeste gewasbeschermingsmiddelen in de praktijk niet logisch is.

Als mogelijke oorzaken van de normoverschrijdingen noemen glastuinders nalevering uit sediment, atmosferische depositie, saneringen van glastuinbouwgebieden, peilaanpassing of klimaatverandering. Ook kan het zo zijn dat de gewasbeschermingsmiddelen nog zijn toegelaten als geneesmiddel voor bijvoorbeeld dieren of biocide, voor particulier gebruik of in andere gewassen zijn toegelaten of worden toegepast in illegaal geteelde gewassen als cannabis.

 

Acht stoffen

De acht stoffen die zijn aangetroffen in de vier onderzochte glastuingebieden zijn: bitertanol, fipronil, imidacloprid, pendimethalin, permethrin, thiamethoxam, thiofanaat-methyl en carbendazim. Zeven van de acht overschrijden in meer of mindere mate de oppervlaktewaternormen. Ook zijn zeven van de acht onverwachte stoffen verboden als gewasbeschermingsmiddel.

De glastuinbouw aanmerken als bron kan als de toepassingen van de gewasbeschermingsmiddelen – voordat een verbod van kracht was – hebben bijgedragen aan de normoverschrijdingen, stelt CLM. Dat is mogelijk als de aansluiting vanuit de kas op het riool niet goed was of de gewenste zuivering onvoldoende effectief was. Verder kan sprake zijn van lekkage of eventueel toch illegaal gebruik van de gewasbeschermingsmiddelen.

CLM adviseert de glastuinbouw te blijven monitoren op de acht stoffen. Dat is nodig om na te gaan of de gehalten daadwerkelijk afnemen. Daarnaast bevelen de onderzoekers aan in bepaalde situaties water te analyseren op specifieke stoffen. Als voorbeeld noemen ze het zwemmen van honden die zijn behandeld met antivlooienmiddelen op basis van fipronil of imidacloprid. Zo nodig kan het zwemmen van honden in glastuinbouwgebieden worden verboden, stelt CLM.

 

Tekst: Haijo Dodde, foto: Nieuwe Oogst