Een groep van achttien Drentse lelietelers heeft onlangs een intentieverklaring ondertekend waarin wordt gestreefd naar een verdere vermindering van het middelengebruik. De telers nemen daarbij het gebruiksniveau van gangbare akkerbouwers, zoals aardappeltelers, als voorbeeld.

De verklaring die eind november is ondertekend in Bovensmilde is een vervolg op het project Duurzame Bollenteelt Drenthe. Daarin hebben de telers grote stappen weten te zetten naar het einddoel. Omdat het project dit jaar afloopt heeft onderzoeks- en adviesbureau HLB in samenspraak met provincie Drenthe het vervolgtraject De Drentse Lelie opgesteld. De telers willen het doel bereiken door onder andere het gebruik van minder belastende producten, weerbaarder uitgangsmateriaal en het sturen van de teelt met behulp van sensoren.

Provincie Drenthe ondersteunt het initiatief en ondertekende samen met de telers en HLB de intentieverklaring. Deze bevat ook het voornemen voor financiële ondersteuning aan de uitwerking en uitvoering van het initiatief. Gedeputeerde Jisse Otter (BBB): ‘Wij vinden dit een belangrijke stap vooruit in de verduurzaming van de teelt en de aandacht voor de omgeving. Bovendien komt het initiatief van de telers zelf. Dit betekent voor hen een behoorlijke verandering in de werkwijze ten aanzien van arbeid en investeringen.’

De provincie wil daarom een eenmalige bijdrage van 750.000 euro beschikbaar stellen voor het vervolgproject, dat een totale doorlooptijd heeft tot 2029. Voor de uitvoering ervan leveren de telers zelf ook een financiële bijdrage.

In gesprek met omwonenden
Bollenteler Gert Veninga uit Hijken voerde namens de deelnemende boeren het woord. Hij gaf aan hoe eensgezind de groep is om het project samen op te pakken. ‘Zelf ben ik sinds 2016 in gesprek met omwonenden over hoe we werken, of we bijvoorbeeld telen zonder te spuiten kunnen realiseren.’

Sinds die tijd zette hij experimenten op om het middelengebruik stap voor stap omlaag te brengen. ‘Maar minder spuiten betekent vaak meer onkruid wieden. En eigenlijk is dat ook niet zo duurzaam. Bijvoorbeeld omdat het benodigde extra personeel daarvoor uit Polen komt.’

Ook de afzet van deze duurzamere bollen vormt nog een probleem, legde Veninga uit. ‘Dat lukte in het begin niet omdat ze nog te onbekend zijn bij de afnemers, zoals supermarkten.’

Voorsprong op andere gebieden
Inmiddels verloopt dat nu beter en denkt de groep dat ze met hun project een voorsprong kunnen pakken op andere teeltgebieden in Nederland. Ook omdat elders steeds vaker maatschappelijke weerstand ontstaat tegen het middelengebruik in de omgeving van bebouwing.

De landbouwgedeputeerde stak zijn lof voor de Drentse telers niet onder stoelen of banken. ‘De tijdgeest verandert, daarom is het belangrijk dat jullie stappen zetten richting verdere verduurzaming. Met dingen verbieden kan het ook, maar dan kom je niet verder.’